Laurindo Andrea is modevormgever, historicus en eigenaar van het sociaal maatschappelijke en avant-gardistische label LAURINDO LOVE. Zijn specialisatie is kolonialisme in de mondiale context.
Deze modemanifestatie is een persoonlijke interpretatie van Laurindo Andrea van de invloed van het slavernijverleden op nakomelingen van tot slaaf gemaakte mensen en ook contractarbeiders en hun kleding. Laurindo: “Ik zie de outfits die ik in het Schoenenkwartier presenteer als veerkrachtige manifestaties. Zo probeer ik respect en empathie te bereiken voor andere culturen en hun kleedgedrag. Met een duidelijke link naar het slavernijverleden.”
Je zult misschien een aantal kledingstukken die Laurindo gebruikt wel herkennen. Dat zijn onder andere de ‘kebaja’, een blouse-jurk gedragen door vrouwen uit Indonesië.
De ‘koto’, de rok van het traditioneel Creools-Surinaamse vrouwenkostuum. En de ‘lensu’, een een hoofddoek die gedragen werd door de Afro-Curaçaose vrouwen..
Laurindo schrijft hierover: De LAURINDO LOVE Modemanifestatie ‘Achter de komma borduurt een koloniaal tori zich voort’, etaleert middels mode, cultuur en literatuur de door- en uitwerking van een langdurig koloniaal systeem dat teruggaat tot begin 1600. Met eerst de V.O.C. die in het Oosten territoria en tot slaaf gemaakte Afrikaanse mensen ging toe eigenen, om ze vervolgens tezamen met exotische producten te verhandelen. Al spoedig achtervolgd door de W.I.C. die eenzelfde uitgekiende handelaarsblauwdruk ging toepassen in het Westen. Genadeloos en schaamteloos werden eeuwenoude Aziatische-, Afrikaanse- en Amerikaanse culturen onderdrukt, uitgebuit en vernederd, terwijl Europese doctrines op ze werden gelegd.
Wat volgde was verzet op alle bedenkelijke manieren. ‘Verzet’ die later ‘Veerkracht’ werd door de bewust wordende nakomelingen van de ontelbare contractarbeiders en tot slaaf gemaakte Afrikaanse mensen, die eeuwenlang, onbetaald arbeid hadden verricht op de koloniën zodat Nederland rijk kon worden. Nazaten met Nederlandse nationaliteit, die hun voorouders gingen eren middels nieuwe narratieven en het levendig houden van hun geloof, taal, rituelen, danssoorten en klederdrachten.
Anno 2024. Terwijl Rijk Nederland, ondertussen zwaar verslaafd aan de internationale koloniale waren als suiker, koffie, tabak, peper, kaneel en cacao, nationalistische symptomen is gaan kweken, blijven de vernederde kledingstukken als de ‘kebaja’, de ‘koto’ en de ‘lensu’ standvastig hun positie claimen te midden van de vluchtige Europese modegrillen. Deze veerkrachtige manifestaties, waarbij respect en empathie worden afgedwongen voor andere culturen en hun kleedgedrag, lopen evenredig met de aangeboden excuses en de leemte achter de komma waarin ‘gezonde dialogen’, ‘reparatie’ en ‘samen genezen’ al plaats zijn gaan nemen.